Bij het tekenen van het patroon moet niet alleen rekening worden gehouden met de maten van de persoon voor wie het kledingstuk bestemd is, maar ook met het draagcomfort. Een prettig zittend kledingstuk bevat voldoende bewegingsruimte. Een nauwsluitend lijf van een blouse heeft weinig bewegingsruimte; een overjas heeft veel ruimte.[16] Het modebeeld heeft veel effect op de bewegingsruimte die in kleding wordt gebracht. De bewegingsruimte van een kledingstuk die je tekent met Lutterloh zit al in het patroon!
voorbeeld, je taille is 80 cm. Je maakt een blazer. Om het draagcomfort te vergroten heb je 6 cm nodig. Dit houdt in dat je patroon rondom de taille 80 + 6 = 86 minimaal moet zijn.
Onder MEER vind je een download over het aantal cm bewegingsruimte van allerlei kledingstukken.